DONUT : wat is het ?

Elke dag zien we rondom ons de schadelijke gevolgen van een economie die groei als voornaamste doelstelling heeft: financiële crisissen, extreme ongelijkheden, destructieve exploitatie van onze planeet, enzovoort. We hebben nood aan een andere basisdoelstelling voor onze economie, die alle mensen én onze planeet ten goede komt. De theorie van de Donut-economie, van de hand van Britse econome Kate Raworth, stelt voor om onze economie op welzijn in plaats van op groei te richten. Het bekende ‘Donut-schema’ stelt een sociale ondergrens en een ecologische bovengrens voor – waartussen we ons collectief welzijn kunnen vormgeven.

Toegepast op een schaal die niet meer die van de aarde in haar geheel is, maar die van bijvoorbeeld een gewest of een organisatie, moet de tweedimensionale voorstelling van de Donut worden ‘opengevouwen’ om rekening te kunnen houden met de sociale en ecologische uitdagingen, maar ook met de lokale en globale dimensies van deze uitdagingen. In de diverse toepassingen van de Donut doen we dus een beroep op vier “lenzen” (lokaal-ecologisch, globaal-ecologisch, lokaal-sociaal, globaal-sociaal). Samen bieden zij een algemeen analysekader dat het mogelijk maakt de Donut concreet in actie om te zetten en een holistiche visie van onze activiteiten te ontwikkelen.

De Donut moedigt bedrijven en organisaties ook aan om hun interne structuur (“design”) en hun relatie met de buitenwereld te herbekijken om meer distributief en regeneratief te worden. Deze ecologische en sociale overgang is gebaseerd op 5 principes: doelstellingen, bestuur, netwerken, eigendom en financiën.